De fascistische sociaaldemocratie
In de sociaal-contracttheorieën wordt de staat afgeschilderd als entiteit die ontstaat door het sociaal contract dat burgers met elkaar sluiten om de natuurtoestand te verlaten. In de natuurtoestand, wanneer een rechtsorde, een staat ontbreekt, woedt een oorlog van allen tegen allen. De mens moet voortdurend over zijn schouder kijken, bij alles wat hij doet, gezien de continue dreiging van een gewelddadige dood. Dit is te wijten aan de menselijke natuur die zijn naaste naar het leven staat uit wedijver omwille van de winst; uit wantrouwen omwille van zijn veiligheid en uit trots omwille van zijn goede reputatie (T. Hobbes, Leviathan. Of de samenstelling, vorm en macht van een kerkelijke en wereldlijke staat, Amsterdam: Boom 2010, pp. 95-97). Het menselijk karakter is ganselijk onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad (Heidelbergse Catechismus vraag en antwoord 8). Broedermoord volgde dan ook direct op de zondeval (Genesis 4:8). In deze natuurtoestand is "het menselijk bestaan [...] eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort" (Hobbes 2010, p. 98). Het is rationeel om die natuurtoestand te verlaten, wat mogelijk is door het sluiten van een sociaal contract, aldus Thomas Hobbes: burgers dragen hun soevereiniteit, behalve het recht op leven, over aan een entiteit, de soevereine macht, de staat, die zo machtig is - Hobbes noemt hem ook wel Leviathan of de sterfelijke God - en zoveel angst inboezemt, dat mensen het geweld zullen nalaten, bijgevolg waarvan hun vrede en de gezamenlijke veiligheid kan worden gewaarborgd (pp. 129-141). Of deze staatstheorie nu klopt of niet, vaststaat dat de geschapen rechtsorde waarin berechting geschiedt door een gewapende autoriteit de beste waarborg aller tijden is om geweld te reduceren (S. Pinker, Blank Slate: The Modern Denial of Human Nature, New York: Penguin 2002, p. 330). Het gevaar bestaat echter dat het middel erger is dan de kwaal, nu met de instelling van de staat zulk een machtige entiteit in het leven is geroepen dat men als burger juist verslonden kan worden door de staat, wat reeds voorzien werd door John Locke in 1690 (J. Locke, Two Treatises of Government, London: A. Millar et al., 1764, par. 93). De staat als sterfelijke god vormt dan een veel groter gevaar dan ooit uitging van de medemens. Het culminatiepunt van het gevaar van de Leviathan is de totale overheersing, zoals haarscherp ontleed is door Hannah Arendt in haar magnum opus The origins of totalitarianism uit 1951.
Van totale overheersing is in Nederland nog lang geen sprake en het totalitarisme laten we dan ook voor nu rusten, maar wel kan men een steeds grotere controlezucht van de staat ontwaren. De transformatie van Nederland van nachtwakersstaat naar sociale verzorgingsstaat bracht weliswaar meer inkomens- en daarmee op financieel vlak bestaanszekerheid, maar ook een overheid die zich met steeds meer aspecten van de persoonlijke levenssfeer bemoeit. De burger leunt ook steeds sterker aan tegen die machtige entiteit. Men beschouwt de overheid in toenemende mate als een soort zaakwaarnemer of zelfs als gevolmachtigde. Ik heb zelfs een keer een hoogleraar met een vrij socialistische inborst horen zeggen: "Wat mij betreft mag het tarief in de derde schijf van de inkomstenbelasting nog hoger. Naar 80% of iets dergelijks, als de overheid dan in vrijwel alle levensonderhoud voorziet." Mijns inziens geeft het blijk van de fascistische neiging van het socialisme en de sociaaldemocratie. Het stelt de staat en de burgers voor als een soort familie, waarin de staat als een soort pater familias voor zijn kinderen zorgt. Deze staatsvoorstelling verschaft de staat de gelegenheid vuistdiep met al zijn ideologische concepties in het privéleven van de burgers te zitten en in geval van een willekeurige overheid de burger tot in zijn privésfeer te tergen. Aangezien de overheid zich niet meer gebonden acht door goddelijk recht of natuurrecht, zal het bij dergelijke vergaande bevoegdheden, zijn carte blanche misbruiken voor eigen 'utilitaire doeleinden en principes'. De staat als het hierboven geschetst familieverband is een uitvinding van Giovanni Gentile, de fascisme-spindoctor van Benito Mussolini. De huidige sociaaldemocratie volgt Gentile en Mussolini in hun Italiaans fascistische opvatting van de jaren dertig van de vorige eeuw dat de staat een soort familieverband is (B. Mussolini & G. Gentile, La Dottrina della fascismo, Rome: Istituto della Enciclopedia Italiana 1932), maar doet er alles aan om deze bron te verbergen. Sterker nog: linkse bewegingen protesteren uiterst frequent in grote aantallen tegen met name het standpunt van rechtse partijen dat ongebreidelde en illegale immigratie vanuit het Midden-Oosten en Afrika een gevaar voor de staatsveiligheid betekent, gezien de grote kans op terroristische elementen, en dit dan ook strikter gereguleerd moet worden. Zij noemen zich Antifa, dat is antifascistisch. Het voornoemde rechtse standpunt is echter een beroep op het sociaal contract dat de overheid verbindt de collectieve vrede en persoonlijke veiligheid te waarborgen, zodat de individuele burger verder kan doen en laten wat hij wil, zonder over zijn schouder te hoeven kijken. Het doel van het sociaal contract is vrijheid. Om die vrijheid te garanderen heeft de burger klassieke grondrechten die ervoor moeten zorgen dat de overheid uit de privésfeer geweerd blijft. Het tegenovergestelde van fascisme, nietwaar? De socialistische-fascistische staatsvoorstelling haalt de Leviathan juist in de persoonlijke levenssfeer. De sociaaldemocratie wordt altijd als het rationeel-politieke midden voorgesteld, maar, geachte lezer, wees gewaarschuwd, zij is het niet. Nee, zij is een clown die haar hoofd, nee, de hoofden van alle toeschouwers in de bek van een leeuw houdt. De Leviathan. Het is enkel wachten totdat hij minder tam blijkt dan lijkt, en toehapt.
Binnenkort zal hierover een essay verschijnen.